Nou, daar zijn we dan eindelijk! Afgelopen woensdag hebben wij een ontzettende lange vlucht gemaakt naar Australië. We hebben gelukkig goed in het vliegtuig kunnen rusten en een paar keer onze ogen kunnen sluiten, dus we hebben de jetlag tot een minimum kunnen beperken! 

We kwamen aan in Perth en we verblijven in de buitenwijk Fremantle. Een levendige buurt met veel karakteristieke gebouwen die ons aan New Orleans deden denken. Ook doet deze buitenwijk ons denken aan ‘Camden Town’ van Londen omdat het veel jeugdigheid uitstraalt door de hippe tentjes. 

De dag na aankomst zijn we naar de ‘Common Bakery’ gegaan om ons te verwennen met een heerlijke croissant en een lekkere bak koffie. Het eten in het vliegtuig was op zich wel te nassen maar na 24 uur in het vliegtuig te hebben gezeten, heb je wel trek in een vers broodje van de lokale bakker! Nadat we volgetankt waren, liepen we naar de haven van Fremantle om daar de ferry naar Wadjemup (Rottnest Island) te nemen. Dit eiland bezoeken stond al een tijdje op onze bucketlist, want we wilden zo graag de Quokka’s ontmoeten die hier rond dwarrelen! “Wat zijn Quokka’s?” Hoor ik je al zeggen. Quokka’s zijn de kleinste kangoeroeachtige die in Australië leven, nog kleiner dan de walibi dus. Ze hebben wat weg van ratten, en dat vond de Nederlandse ontdekkingsreiziger Willem de Vlamingh dus ook. Wadjemup, de oorspronkelijke naam in de Aboriginal taal, werd omgedoopt tot Rottnest Island omdat de Vlamingh het eiland als een ‘Rattennest’ omschreef (niet heel erg lief naar de Quokka’s).

De trip duurde 30 minuten en de boot kreeg ook flink veel klappen van de ruige golven. Eenmaal aangekomen gingen we ons eerst even inchecken bij ons appartement waar we bleven overnachten. We verbleven bij Wadjemup Lodge. Een gloednieuwe accomodatie die begin dit jaar geopend is! We mochten pas om 3 uur onze kamer in, dus we gingen fietsen huren!

Onderweg naar de fietsenstalling kwamen we al veel Quokka’s tegen. Het voelde alsof ik in de hemel was beland! Deze beestjes zijn in het echt duizend maal schattiger dan op de foto’s! Deze beestjes leven zo’n relaxed leventje en vinden het maar best als je foto’s en selfies van ze maakt (Zolang je ze maar niet aanraakt of voert!). Naast Quokka’s kwamen we ook nog wat roze kaketoe’s tegen die lekker op een grasveldje aan het grazen waren alsof het koeien waren.

Na het halen van de (elektrische) fietsen gingen we het hele eiland rond om prachtige kustgebieden te zien. Zeker een aanrader als je Rottnest Island gaat bezoeken: Huur een fiets en boek een nachtje op Rottnest Island. De fietsen mag je namelijk 24 uur huren en zo kan je de hele dag op je gemak over het eiland heen scheuren zonder dat je je zorgen hoeft te maken over wanneer je ferry vertrekt!

Om 3 uur mochten we eindelijk onze kamer in en hadden we prachtig uitzicht over het meer! Na een heerlijk avondmaal besloten we nog een stukje te lopen in het donker. Wat opviel is dat er nu veel meer Quokka’s rondliepen dan overdag. Quokka’s zijn eigenlijk ook nachtdieren, maar omdat ze mensen zo gewend zijn, zijn er sommige ook overdag actief. Na een geslaagde Quokka – selfie en een heerlijke nachtrust hebben we de volgende dag nog tot half 3 op het eiland rondgelopen en was het weer tijd om het eiland te verlaten.

Mijn hart brak want ik kon deze schattige beestjes nog niet achterlaten! Als we ooit weer naar Australië terug zouden gaan, is dit de plek waar ik weer heen zou gaan. Maar er staan voor deze reis nog veel meer leuke dingen ingepland! Zo vliegen we morgen richting Adelaide en gaan we dinsdag naar Kangaroo Island!